| Toelichting |
Heemraad Struik blikte terug op de extreme neerslag van 30/31 augustus 2015 op Goeree- Overflakkee (Ooltgensplaat), in de Hoeksche Waard (Strijen, ‘s Gravendeel) en Dordrecht.
In het oosten van de Hoeksche Waard zijn er peilstijgingen van 20 cm tot 80 cm gemeten. Op het Eiland van Dordrecht varieerden de peilstijgingen van 40 cm tot circa 1,4 m. “Door inzet van noodpompen is de reguliere pompcapaciteit met ongeveer12% vergroot”, vertelde heemraad Struik. “Hierdoor is de duur van de overlast wel verkort, maar kon niet worden voorkomen.”
Uit de getoonde grafiek blijkt, dat naast de sloten de grootste berging voor de regen de bodem is. Een goede bodemstructuur is dus van groot belang.
“Onze gemalen kunnen ongeveer 13 millimeter per etmaal wegpompen. Dat is een halve millimeter per uur,” rekende heemraad Struik de aanwezigen voor. Het opstellen van noodbemaling kost tijd, maar: “Uit de weersvoorspellingen kunnen we (nog) niet afleiden op welke plaats de meeste neerslag gaat vallen.” Het is onmogelijk om de noodbemaling van tevoren op de juiste plek neer te zetten. Omdat noodbemaling de duur van de overlast kan beperken, investeert het waterschap in nieuwe mobiele noodpompen, die sneller inzetbaar zijn en wordt er meer geoefend met de opstelling van noodpompen.
De heemraad onderzoekt verder om ook achter in de polders peilschalen te plaatsen. “Een van de lessen die we hebben geleerd is, dat de calamiteitenorganisatie in extreme situaties snel over meetgegevens moet beschikken, zoals: peilregistraties, regenmeters, stuwen en gemalen.” Hierover is intussen een bijeenkomst geweest tussen LTO en een aantal agrariërs uit de Hoeksche Waard.
Het waterschap heeft de nieuwe maatregel genomen om vanaf nu standaard bij meer dan 20mm regen te gaan voormalen tot aan de ondergrens van het peilbesluit.
|
| |
|
|
|
 |
| |
|
